Een dikke week geleden stonden ze nog aan de Fins-Russische grens. Vrouwen, mannen en kinderen, afkomstig uit landen als Pakistan, Jemen, Syrië, Afghanistan, Somalië en zelfs Marokko. Gehuld in dikke winterjassen, handschoenen en mutsen en bepakt met rugzakken en tassen, arriveerden ze aan de grens. Sommigen waren op de fiets gekomen, anderen ploegden op sneeuwschoenen of gympen door de diepe sneeuw.
Volgens statistieken van de Finse grenswacht hebben vanaf oktober ruim 900 migranten uit derde landen bij een van de negen grensovergangen gepoogd de Russisch-Finse grens over te steken. Vanwege de plotselinge toestroom besloot Finland de 1.340 kilometer lange grens vanaf 30 november voor tenminste twee weken te sluiten, vanwege het „gevaar voor de openbare orde en nationale veiligheid”. Sindsdien is het stil, zo meldt de Finse douane desgevraagd aan NRC.
Vorige maand was dat anders. Dagelijks verschenen tientallen migranten, voornamelijk mannen, aan de Finse grens. Ondanks gebrekkige papieren liet de Russische douane hen door, maar aan Finse zijde werden zij tegengehouden. In één geval kwam het volgens Finse en Russische media tot een opstootje, waarbij ter afschrikking traangas zou zijn ingezet. Hoewel enkelen asiel kregen, moesten tientallen anderen terugkeren naar Rusland.
De plotselinge toestroom van migranten uit derde landen aan de oostgrens baart Helsinki al langer zorgen. Volgens de Finse regering is er van een crisis geen sprake, maar worden de migranten door Moskou ingezet als „illegaal wapen” om het land te „straffen”. Sinds april dit jaar is Finland lid van de NAVO, waardoor de grens die Rusland deelt met het militaire bondgenootschap in één klap flink werd uitgebreid. Premier Petteri Orpo sprak van een „systematische en georganiseerde actie van de Russische autoriteiten” en liet de grensstreek afgelopen maand versterken met prikkeldraad, betonblokken en soldaten. Ook busverbindingen tussen Helsinki en Sint-Petersburg zijn opgeschort.
Estland waarschuwt burgers
Nu de Finse grens gesloten is, vreest Estland het volgende doelwit te worden van Ruslands „hybride oorlog”, aldus de regering. Inderdaad verschenen vorige maand bij de grensovergang in de noordelijke stad Narva, een van de zes grensposten, tientallen migranten. Zij werden volgens de Estse minister van Binnenlandse Zaken Margus Tsahkna allemaal weggestuurd. De groeiende crisis is, aldus Tsahkna, „nog maar eens een bewijs dat Rusland niet alleen in Oekraïne vecht, maar ook een bedreiging vormt voor andere landen”. Afgelopen zaterdag waarschuwde de regering in Tallinn burgers voorlopig niet naar Rusland te reizen, om te voorkomen dat zij bij een plotselinge grenssluiting niet meer terug kunnen. Ook Noorwegen houdt de situatie aan zijn bijna tweehonderd kilometer lange oostgrens met het Hoge Noorden van Rusland, scherp in de gaten.
Vluchtelingen betalen duizenden dollars voor een Russisch visum, maar eenmaal in Rusland wordt hun asielaanvraag afgewezen
Het vermoeden van de Finnen en de Esten dat de toestroom van migranten door Moskou wordt gedirigeerd, werd afgelopen maand bevestigd door inwoners van het Russische stadje Kandalaksja, net boven de Russische poolcirkel ten zuiden van Moermansk. In het stadje zouden plotseling groepen migranten zijn verschenen. Een hotelmedewerker vertelde aan een journalist van de Finse krant Helsingin Sanomat, dat agenten van de Russische veiligheidsdienst FSB het transport en verblijf van de migranten regelde. De FSB zou zelfs fietsen hebben verstrekt om de laatste kilometers af te leggen. De Russische wet verbiedt om het gebied lopend te betreden, wat Helsinki noopte tot een ad hoc fietsverbod aan de grens. Een andere medewerker bevestigde tegenover de Noorse nieuwssite The Barents Observer dat „onze diensten” een groep migranten ’s nachts naar de grens hadden gebracht.
Finse grenswacht met migranten op 23 november bij de grensovergang in Salla. Foto Lehtikuva/Jussi Nukari via Reuters
Volgens de gelauwerde Russische mensenrechtenactiviste Svetlana Gannoesjkina, oprichter van mensenrechtenorganisatie Memorial en directeur van een Russische organisatie die migranten helpt, zijn Russische consulaten in Afrikaanse en Centraal-Aziatische landen, in Syrië en het Midden-Oosten, actief betrokken bij de handel in, en afgifte van Russische visa aan migranten. „Een Syrische vrouw vertelde dat ze voor ieder gezinslid drieduizend dollar had betaald voor een Russisch visum. Zij komen dus legaal naar Rusland, maar eenmaal in Rusland wordt hun asielaanvraag afgewezen en belanden ze in de illegaliteit”, vertelt Gannoesjkina telefonisch vanuit Moskou. Hoewel zij geen aanwijzingen heeft dat de Russische autoriteiten de migranten actief helpen naar de Finse of Estse grenzen te reizen, sluit zij niet uit dat de FSB, die de grensgebieden controleert, ad hoc assistentie verleent.
Grens Wit-Rusland en Polen
De situatie lijkt sterk op de situatie die ontstond in 2014 en 2015, toen duizenden migranten uit met name Syrië per fiets, bij temperaturen van tientallen graden onder nul in het Arctisch gebied de Noorse grens overstaken. Nadat de Noren de wet wijzigden, stopte de toestroom. De Finse regering liet vorige maand weten douanebeambten de mogelijkheid te willen geven aan de grens een negatieve asielbeslissing af te geven zodat mensen meteen kunnen worden weggestuurd en niet doorreizen naar opvangcentra. De wet moet nog voor de Kerst zijn aangenomen.
Vanaf 2021 creëerden ook de Wit-Russische autoriteiten uit woede over Europese sancties opzettelijk een migratiecrisis aan de grenzen met Litouwen en Polen. Migranten in derde landen werden aangemoedigd naar Minsk te reizen, waar zij door de politie in hotels werden ondergebracht en naar de grens gebracht. Door illegale pushbacks aan Europese zijde kwamen duizenden mensen vast te zitten, waar zij werden mishandeld door zowel Wit-Russische, als Litouwse en Poolse grensbeambten. Sommigen verloren ledematen door de kou, of stierven in bossen.
Aanwijzingen dat Rusland migranten aanmoedigt Russische visa aan te vragen, zegt Gannoesjkina niet te hebben. „De Russische provocatie bestaat erin, dat er bij uitreis niet meer wordt gekeken naar geldige visa. De douane laat mensen zonder visum door, waarna het probleem bij Finland ligt.”
De kille omgang met migranten, die als speelbal heen en weer worden gejaagd, krijgt al jaren veel kritiek van internationale mensenrechtenorganisaties. Welk lot de migranten bij terugkeer in Rusland wacht, is onduidelijk. Eind november meldden Russische media de aanhouding van 150 migranten in Karelië, die met verlopen visa onderweg waren naar de Finse grens. Volgens de Russische krant RBK kunnen zij boetes krijgen en dreigt uitzetting.
Lees ook deze reportage over de Finse grensstad Savonlinna
Dierenartsenketen IVC Evidensia heeft eigen werknemers vijf jaar lang financieel benadeeld door ingehouden pensioenpremies niet af te dragen aan het pensioenfonds. Bij een nog onbekend aantal dierenartsen hield Evidensia van 2020 tot en met 2024 pensioenpremies op hun loon in, die niet volledig werden afgedragen aan het pensioenfonds voor dierenartsen. Betrokken dierenartsen werden tot meer dan 1.000 euro per jaar benadeeld. Dat blijkt uit onderzoek van NRC.
In een reactie aan NRC bevestigt Evidensia dat jarenlang te hoge pensioenpremies zijn ingehouden. Het gaat om „een complexe kwestie van meerdere jaren”, schrijft het bedrijf. „Onder leiding van ons nieuwe senior managementteam werken we er hard aan om dit recht te zetten.”
Hoeveel dierenartsen in dienst van Evidensia precies zijn benadeeld, en voor hoeveel geld in totaal, zegt het bedrijf nog te moeten berekenen. Bij drie dierenartsen die NRC vertrouwelijk inzage hebben gegeven in hun loon- en pensioengegevens, blijkt dat Evidensia meerdere jaren een hogere pensioenpremie op hun loon inhield dan het aan de Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen (SPD) afdroeg. Het verschil varieert bij deze dierenartsen van een kleine honderd tot ruim 1.300 euro per jaar. Bij Evidensia werken circa duizend dierenartsen, die verplicht zijn aangesloten bij het beroepspensioenfonds. Opgeteld kunnen dierenartsen voor vele tonnen of meer zijn benadeeld.
Dit moet intern zijn opgevallen, het zal niet om kinderachtige bedragen gaan. Ik vind het bizar
„Over zo’n lange periode heb ik dit nog nooit meegemaakt”, reageert Erik Lutjens, hoogleraar pensioenrecht van de Vrije Universiteit in Amsterdam. „Dit moet intern zijn opgevallen, het zal niet om kinderachtige bedragen gaan. Ik vind het bizar.”
Advocaat pensioenrecht Jorn de Bruin: „Het is niet bewezen dat dit bewust gebeurd is, maar ik vind het wel verdacht. Het is op zijn minst behoorlijk slordig en wekt de schijn van slecht werkgeverschap. We zien dit eigenlijk alleen in faillissementssituaties. Dan wordt het gebruikt om het ene gat met het andere te vullen.”
Breder patroon
Ten onrechte inhouden van pensioenpremies is onderdeel van een breder patroon van financiële benadeling van de eigen medewerkers door Evidensia. Twaalf dierenartsen, assistenten en andere (oud-)medewerkers verklaren in gesprek met NRC dat Evidensia de afgelopen jaren structureel te weinig geld uitkeerde aan werknemers die ziek werden, met zwangerschaps- of ouderschapsverlof gingen of uit dienst traden. Pas wanneer medewerkers hierover aan de bel trokken, kregen zij soms alsnog de vergoeding waarop ze contractueel recht hadden.
Evidensia erkent dat bij zieke werknemers langdurig sprake is geweest van „foutief uitbetaalde bedragen”. Het bedrijf zegt dit bij gedupeerde medewerkers te willen rechtzetten en dat maatregelen zijn genomen „om te voorkomen dat dit probleem zich in de toekomst herhaalt.” Op andere voorgelegde voorbeelden ging het bedrijf niet in.
Het is op zijn minst behoorlijk slordig en wekt de schijn van slecht werkgeverschap
Daarnaast droeg Evidensia in 2022 en 2023 meer dan een halfjaar geen pensioenpremie af voor vierhonderd werknemers die zijn aangesloten bij het Pensioenfonds voor Zorg en Welzijn (PFZW). Het gaat om een betalingsachterstand van minimaal een half miljoen euro, die nog altijd niet is rechtgezet. Volgens een woordvoerder van PFZW zijn de partijen „hier nog over in gesprek”. Evidensia wilde niet ingaan op vragen over deze kwestie.
Grootste werkgever
IVC Evidensia is de grootste werkgever in de Nederlandse dierenartsensector, met drieduizend werknemers in ruim driehonderd klinieken. Naast de dierenartsen heeft de keten tweeduizend assistenten en bureaumedewerkers in dienst.
Het Brits-Zweedse bedrijf – eigendom van investeringsfondsen EQT en Silver Lake en voedingsgigant Nestlé – wordt door een deel van de eigen medewerkers al langer kritisch gevolgd, onder meer vanwege onthullingen in NRC over het wegsluizen van inkomsten naar belastingparadijs Guernsey en bonussen voor dierenartsen die vaker doorverwezen naar een duurdere behandeling. Dit voorjaar bleek dat de Nederlandse klinieken te maken hebben met een leegloop onder het personeel, omdat veel medewerkers zich niet langer kunnen vinden in het beleid van de keten, dat volgens hen te veel gericht is op winstmaximalisatie.
Een dierenarts ontdekte eerder dit jaar dat haar werkgever Evidensia meer pensioenpremie op haar loon inhield dan werd afgedragen aan pensioenfonds SPD. De dierenarts kaartte dit aan bij de ondernemingsraad, die er afgelopen maart over sprak met de directie van Evidensia Nederland.
Op 1 mei erkende Evidensia in een interne mail dat inderdaad te hoge pensioenpremies zijn ingehouden. „Bij dierenartsen met een parttime dienstverband hebben wij pensioenpremie ingehouden over de meeruren, bij sommige gevallen is de premie niet afgedragen aan het Stichting Pensioenfonds Dierenartsen (SPD)”, schreef de manager salarisadministratie in de mail, die in handen is van NRC. „Voor elke dierenarts die in de periode 2020-2024 meeruren uitbetaald heeft gekregen, wordt onderzocht of de ingehouden pensioenpremie correct is afgedragen. Als dit niet het geval is moet deze inhouding worden terugbetaald aan de dierenarts.”
‘Meeruren’ zijn uren die dierenartsen met een parttime dienstverband werken bovenop het aantal vaste uren uit hun contract. Daarnaast hield Evidensia bij dierenartsen in deze jaren pensioenpremies in over zogeheten ‘dienstenvergoedingen’, toeslagen voor werk in avond, nacht of weekend. Ook deze werden niet aan het pensioenfonds afgedragen, blijkt uit de interne mail.
We weten nog niet hoe groot de omvang van dit probleem precies is, maar het zou om veel geld kunnen gaan
Volgens betrokken dierenartsen en hun Belangenvereniging Praktiserende dierenartsen in Loondienst (BPL) kan het merendeel van de dierenartsen in dienst bij Evidensia financieel benadeeld zijn. „Het gros van de dierenartsen in loondienst werkt parttime”, zegt BPL-voorzitter Rick van der Wijst. Hoewel het per kliniek verschilt, werken veel dierenartsen meer uren dan in hun contract staat, onder meer vanwege personeelstekort. Doorwerken in de avond of het weekend is eveneens zeer gebruikelijk. „We weten nog niet hoe groot de omvang van dit probleem precies is, maar het zou om veel geld kunnen gaan”, zegt Van der Wijst.
Dit voorjaar bleek dat de Nederlandse klinieken te maken hebben met een leegloop onder het personeel, omdat veel medewerkers zich niet langer kunnen vinden in het beleid van de keten, dat volgens hen te veel gericht is op winstmaximalisatie.
Foto Dieuwertje Bravenboer
Volmacht ondertekenen
Nederlandse dierenartsen zijn van oudsher gewend zelf hun pensioen te regelen bij SPD, het verplichte pensioenfonds van de beroepsgroep. Een dierenarts geeft voor het begin van elk jaar zijn of haar verwachte inkomen op. Daarop baseert het fonds vervolgens de jaarpremie. Hierna betaalt de dierenarts zelf elk kwartaal de pensioenpremie. Het is een regeling die voortkomt uit de tijd dat de meeste dierenartsen nog zelfstandige ondernemers waren.
Private-equity-investeerder Evidensia nam vanaf 2016 in rap tempo dierenartspraktijken over, waardoor een snelgroeiende keten van klinieken ontstond. Vanaf 2020 drong het bedrijf bij betrokken dierenartsen aan op ondertekening van een volmacht, waarmee de dierenarts Evidensia toestemming gaf voortaan „alle handelingen te verrichten die noodzakelijk zijn bij de aangifte en afdracht van pensioenpremies”. Een „praktische oplossing” die dierenartsen „veel rompslomp” zou besparen, schreef het bedrijf in 2020 aan medewerkers.
Het enige wat de dierenartsen zelf bleven doen, was aan het begin van elk jaar hun inkomen doorgeven aan SPD om de jaarpremie vast te stellen. Daarbij rekenden zij doorgaans geen inkomsten uit werk op onregelmatige uren of buiten hun contract mee – waarover zij dus ook geen pensioenpremie hoefden te betalen. Dat Evidensia over deze inkomsten sinds 2020 desondanks premie bij het loon inhield, is een „administratieve fout”, schreef het bedrijf afgelopen mei in de interne mail.
Experts zijn kritisch over die uitleg. Hoogleraar Lutjens: „Elk bedrijf heeft interne controleprocedures. En anders moet de externe accountant wel hebben gezien dat er bedragen op de rekening staan die er niet horen. Dit valt buiten alle gebaande paden.” Accountant Deloitte gaf tot en met 2022 een goedkeurende verklaring aan de jaarverslagen van Evidensia Nederland. Jongere jaarverslagen zijn niet openbaar.
Pensioenadvocaat De Bruin noemt een administratieve fout „niet plausibel”. De Bruin: „Dat zijn dan wel heel eenzijdige fouten, die telkens in het voordeel van Evidensia uitvielen. Het was nou nooit dat ze te weinig premie inhielden. Dit wekt eerder de indruk van een werkgever die de kantjes ervan af probeert te lopen.”
Beide experts kennen voorbeelden van bedrijven die ingehouden pensioenpremies enige tijd niet afdroegen, maar dat betrof volgens hen doorgaans ondernemingen in grote financiële problemen. Bij Evidensia is daar geen sprake van. De Nederlandse dierenklinieken boekten volgens jaarverslagen van Evidensia Dierenklinieken BV in 2021 en 2022 opgeteld een nettowinst van 16 miljoen euro. Over recentere jaren deponeerde Evidensia alleen het jaarverslag van het Britse moederbedrijf bij de Kamer van Koophandel. Dat boekte in 2023 en 2024 opgeteld 1,5 miljard euro aan operationele winst – volgens het bedrijf de „belangrijkste winstmaatstaf”.
Omdat Evidensia pensioenpremies inhield over verdiensten die buiten het opgegeven inkomen vielen, is pensioenfonds SPD niet financieel benadeeld, bevestigt SPD-voorzitter Danse Sonneveld. „Bij ons is er geen achterstand op de betaling.” Het zijn de betrokken dierenartsen die recht hebben op uitbetaling van te veel ingehouden premies.
In de mail van 1 mei beloofde Evidensia na een week met meer informatie te komen, waarbij volgens het bedrijf de prioriteit lag „bij dierenartsen die momenteel in dienst zijn bij IVC Evidensia”. Sindsdien hebben betrokken dierenartsen er niets meer over gehoord. „Omdat elke situatie uniek is, behandelen we elk geval afzonderlijk”, schrijft het bedrijf in de reactie aan NRC. „Het kost tijd om dit zorgvuldig op te lossen.”
Voorzitter Rick van der Wijst van belangengroep voor dierenartsen BPL roept Evidensia op snel met een concreet plan van aanpak te komen: „Dit moet voor elke betrokken dierenarts snel en goed worden opgelost. Ook voor degenen die niet meer in dienst zijn.”
U ontvangt deze brief, omdat uw werkgever Evidensia NL Dierenklinieken BV de pensioenpremie al een tijd niet heeft betaald
Betalingsachterstand
Al twee jaar speelt nog een andere pensioenkwestie: vierhonderd assistenten en bureaumedewerkers in dienst van Evidensia ontvingen op 24 april 2023 een brief van hun pensioenfonds PFZW. „U ontvangt deze brief, omdat uw werkgever Evidensia NL Dierenklinieken BV de pensioenpremie al een tijd niet heeft betaald. Ik heb uw werkgever al een paar keer gevraagd om de premie te betalen”, schreef de manager klantrelaties van PFZW destijds. Als Evidensia de premies niet snel zou betalen, „zetten wij het contract met uw werkgever stop”, waarschuwde hij.
Toen de brief kwam, waren de pensioenpremies voor deze medewerkers al ruim een halfjaar niet betaald. De laatste premie was betaald op 30 september 2022, blijkt uit informatie die NRC heeft ingezien. De betalingsachterstand van Evidensia aan PFZW bedroeg meer dan een half miljoen euro. Een woordvoerder van het fonds bevestigt dat de kwestie nog altijd niet is opgelost, maar wil verder niet ingaan op vragen. „Zolang we hier nog met IVC Evidensia over in gesprek zijn, willen we geen details delen met de buitenwereld”, zegt de woordvoerder. „Onze intentie is om hier met IVC Evidensia uit te komen en te zorgen dat er voor de medewerkers premie wordt betaald voor hun pensioen.”
Medewerkers zijn niet verrast over de twee opgedoken pensioenkwesties. Onder werknemers bestaat een breedgedragen beeld van, zoals sommigen het noemen, financieel „gerommel” door hun werkgever. Zij zien een patroon van te lage uitkeringen bij ziekte- of zwangerschapsverlof, onjuiste registratie van vakantiedagen en te hoge inhoudingen bij mensen die hun dienstverband beëindigen. Dat blijkt uit gesprekken die NRC voerde met twaalf (oud-)medewerkers uit verscheidene delen van het land – vanwege een geheimhoudingsplicht voor hen op voorwaarde van anonimiteit.
Zo laten twee medewerkers zien dat zij te weinig loon ontvingen vanaf het moment dat ze ziek werden. Bij deze twee werknemers – uit verschillende regio’s – stopte Evidensia met doorbetaling van hun onregelmatigheidstoeslag, de vergoeding voor werken in de avond en tijdens het weekend. Omdat de medewerkers vóór hun ziekte regelmatig op deze uren werkten, hadden ze recht op die toeslag.
Beide werknemers laten aan de hand van documenten zien dat ze bij Evidensia meermaals aangaven dat ze te weinig ziekengeld kregen; hun gemiste inkomsten lagen toen tussen de 1.000 en 2.500 euro. Het bedrijf gaf uiteindelijk tegenover beide medewerkers toe dat maandenlang te weinig was uitbetaald en beloofde het te herstellen.
In reactie op vragen hierover erkent Evidensia dat medewerkers die ziek werden vaker te weinig loon doorbetaald kregen. Het bedrijf kondigt aan dit recht te zetten. Hoe precies, en bij hoeveel medewerkers, is onduidelijk.
Een oud-medewerker die bij Evidensia uit dienst trad, laat zien dat het bedrijf ruim 2500 euro inhield bij de eindafrekening, volgens het bedrijf omdat nog pensioenpremies betaald moesten worden. Maar omdat de werknemer aan het begin van een kwartaal uit dienst ging én in die 2.500 euro ook het werkgeversdeel van de premie was meegerekend, kon die berekening niet kloppen. De medewerker kreeg het geld na veelvuldig mailen alsnog.
Vier medewerkers zagen dat vakantiedagen onjuist geregistreerd werden. In een kliniek in het westen van het land registreerde Evidensia afgelopen jaar Kerstmis en Nieuwjaarsdag niet als vrije dagen. Medewerkers die deze dagen vrij waren. leverden daardoor vakantiedagen in. Werknemers die wél werkten, kregen geen extra vergoeding.
Bij een medewerker die tijdelijk niet kon werken na een ongeluk, bleek een week van haar ziekteverlof – vergoed door een verzekeraar – als vakantie geregistreerd. Hierdoor werd een deel van haar verlof met vakantiedagen betaald, in plaats van met het geld van de verzekeraar. Toen ze haar manager erover aansprak, bood deze haar aan slechts twee dagen als vakantie te registreren. Pas nadat ze had gedreigd rechtshulp in te schakelen, kreeg ze al haar vakantiedagen terug.
Het lek in de virtuele werkomgeving van het Openbaar Ministerie is misbruikt door hackers. Daarom kan het mogelijk weken duren om het netwerk veilig te stellen en te verduidelijken óf en welke informatie is gestolen.
Dat blijkt uit een toespraak van Hans Moonen, directeur van IVOM, de ict-organisatie van het Openbaar Ministerie. Een opname van een korte interne toelichting van dinsdag is in handen van NRC. „We mogen en kunnen geen enkel risico lopen om weer met het internet te verbinden zónder dat we weten dat de actor uit ons netwerk is”, zegt Moonen daarin.
De Autoriteit Persoonsgegevens is telefonisch ingelicht over het eventuele datalek, vertellen Moonen en een andere OM-medewerker tijdens de digitale bijeenkomst voor IT-personeel. Ook heeft het Openbaar Ministerie aangifte gedaan van de computerhack op zijn systemen.
„Dat het groots en meeslepend is, is duidelijk”, vertelde Moonen de digitaal aanwezigen deze dinsdag. Groepen OM-medewerkers staan sinds vorige week woensdagavond „24 uur per dag aan” om de hack het hoofd te bieden.
Lees ook
Openbaar Ministerie is offline vanwege ernstige zorgen over ICT-beveiliging, datalek niet uitgesloten
Offline
Het OM ging donderdagavond 17 juli offline wegens grote zorgen over de beveiliging van haar digitale werkomgeving. In de software die het OM daarvoor gebruikt, Citrix Netscaler, zit een fout. Als hackers die uitbuiten, kunnen ze toegang krijgen tot die beveiligde systemen.
Het OM is woensdagavond 16 juli om 20.00 uur door het Nationaal Cybersecurity Centrum (NCSC) ingelicht over de kwetsbaarheid in Citrix, zegt Moonen. Aanleiding, zegt hij, was een „gerichte scan” van het NCSC naar de kwetsbaarheid in Citrix. Dat lek had het OM gedicht, zegt Moonen. „Desondanks zag het NCSC aanleiding om ons daarover te contacten.”
Vervolgonderzoek, dat de ernst van het lek duidelijk moest krijgen, duurde vervolgens te lang. Iedere minuut dat een hacker toegang heeft tot de interne systemen, kan schadelijk zijn. Moonen: „Het duurde zo lang tot we inzicht kregen in de compromittatie van onze omgevingen, dat we donderdagavond het besluit hebben genomen om de systemen af te koppelen.”
In de tijd dat het OM offline is, wordt het netwerk schoongeveegd. Naast de medewerkers hebben ook de hackers dan geen toegang meer
Uit de eerste resultaten van het interne onderzoek van dit weekend, bleek vervolgens dat hackers daadwerkelijk de systemen zijn binnengedrongen, zegt Moonen. „Op basis van die eerste scans is duidelijk geworden dat ook aan de binnenkant compromittatie heeft plaatsgevonden.”
Lees ook
Digitale werkomgeving Openbaar Ministerie nog steeds uit de lucht
In de tijd dat het OM offline is, wordt het hele netwerk systematisch schoongeveegd, terwijl de hackers geen informatie kunnen buitmaken. Dat kan weken duren, zegt Moonen. Hij telde vijftienhonderd computerservers binnen het OM – een automatische beveiligingsscan duurt volgens hem zo’n vier uur. „Dat is ook de aanleiding dat we gisteren hebben gecommuniceerd dat dit echt nog weken gaat duren.”
De kwetsbaarheid in Citrix Netscaler werd 17 juni bekend. Inmiddels is duidelijk dat de kwetsbaarheid al enkele dagen later uitgebuit kon worden. Een aanwezige werknemer vraagt hoeveel tijd er zat tussen de bekendmaking van het softwarelek, en het dichtzetten van het lek (‘patchen’). „Die informatie is bekend”, zegt de moderator van het gesprek, „maar delen wij op dit moment nog niet.”
De Franse minister van Cultuur, Rachida Dati, wordt vervolgd wegens verdenking van corruptie en machtsmisbruik. Onderzoeksrechters in Parijs hebben dinsdag besloten dat ze zich voor de rechter moet verantwoorden. Dat meldt de Franse krant Le Monde dinsdag.
De 59-jarige Dati was tussen 2007 en 2009 al minister van Justitie in de rechtse regering van president Nicolas Sarkozy. Ook heeft ze de ambitie uitgesproken om volgend jaar burgemeester van Parijs te worden.
Het onderzoek richt zich op betalingen die Dati tussen 2010 en 2012 zou hebben ontvangen van RNBV, het Nederlandse dochterbedrijf van Renault-Nissan. In totaal gaat het om zo’n 900.000 euro voor advieswerkzaamheden. Volgens justitie heeft zij die diensten nooit daadwerkelijk geleverd, maar in plaats daarvan gelobbyd voor het autoconcern.
In die periode was Dati zowel advocaat als lid van het Europees Parlement (2009–2019). Lobbyen is verboden voor Europarlementariërs. Dati ontkent alle aantijgingen en heeft meerdere – tot nu toe vergeefse – pogingen gedaan om de zaak via juridische weg te laten seponeren. Ze spreekt van valse beschuldigingen.
Carlos Ghosn
Naast Rachida Dati wordt ook voormalig Renault-Nissan-topman Carlos Ghosn (71) in de zaak genoemd. Hij wordt eveneens verdacht van corruptie en machtsmisbruik. Ghosn woont sinds eind 2019 in Libanon, nadat hij op spectaculaire wijze wist te ontsnappen uit Tokio, waar hij ruim een jaar vastzat op verdenking van financieel wangedrag. Hij werd destijds in een kist voor geluidsapparatuur het land uitgesmokkeld en met een privéjet naar Libanon gevlogen.